Informatie over emailleren
Ik ontmoet soms mensen die verbaasd zijn over het woord ‘emaille’. Oorspronkelijk schreven wij het als email. Sinds het wijdverbreide gebruik van e-mail bleek regelmatig verwarring te ontstaan wat werd bedoeld. Vandaar dat de Vereniging van Nederlandse Emailleurs (VNE) heeft besloten om voortaan het woord ‘emaille’ te gebruiken.
Emaille zoals ik het gebruik bestaat uit glaspoeder dat ik bij temperaturen van 700-1000 graden Celsius op platen van koper brand. Ik gebruik daarvoor een speciale oven. Andere emailleurs branden ook wel met zogeheten open vlam, dus niet in een oven. Er bestaat ook vloeibaar industrieel emaille, dat op een lagere temperatuur kan worden verwerkt. Tot nu toe heb ik daar niet mee gewerkt.
Emaillepoeder bestaat in heel veel verschillende kleuren en samenstellingen. Ook is er verschil in grofheid van het poeder. Er zijn twee te onderscheiden soorten: opaak en transparant email. Opaak email is dekkend: door de kleur kun je de onderlaag niet meer zien. Bij transparant email schemert de onderlaag er wel doorheen, en kun je ook vaak de opbouw van het werk in de verschillende lagen zien. Ik gebruik zelf vooral transparante emailles omdat ik die het beste bij mijn werken vind passen.
Een werk in transparante emaille wordt laag voor laag opgebouwd. Eerst wordt een volledig transparante kleurloze laag aangebracht, en daarna wordt de voorstelling opgebouwd. Eerst de donkere kleuren die een hogere temperatuur nodig hebben om goed te smelten, daarna de kleuren die met minder hoge temperatuur moeten worden gebrand omdat zij anders verbranden. Een werk kan soms wel uit tien verschillende lagen worden opgebouwd, en moet dan ook tien keer in de oven worden geschoven en er weer uit gehaald.
In de emaillelaag kunnen accenten of contouren worden aangebracht met zilver- of koperdraad. Ook kan er zilver- of goudfolie in worden verwerkt. Daarnaast kan ook de koperen onderlaag worden bewerkt, hol of bol worden geslagen, met zuur worden uitgebeten of uitgefreesd. Kunstenaars die sieraden maken passen veel van deze technieken toe, en zij werken veelal met zilver. Ikzelf maak geen sieraden en ik gebruik relatief eenvoudige technieken, omdat ik die voor mijn ontwerpen het meest passend vind.
De combinatie van een stenen beeld met emaille is voor zover ik weet uniek. Ik heb bijvoorbeeld de volgende toepassingen gebruikt:
* Het emaille als zelfstandig onderwerp/‘beeld’ ingewerkt in stenen achtergrond (1).
* Als bekleding om het beeld heen. In het beeld van de First Nation American vertelt de bekleding een eigen verhaal, samenhangend met het beeld (2, 3). Maar ik heb ook beelden als het ware ‘aangekleed’ met emaille (4, 5).
* Zelfstandige emaille objecten als onderdeel van een beeld (6).
* Als (integraal onderdeel van) een relief voor het aanbrengen van kleur of accenten (7).
Ik ontmoet soms mensen die verbaasd zijn over het woord ‘emaille’. Oorspronkelijk schreven wij het als email. Sinds het wijdverbreide gebruik van e-mail bleek regelmatig verwarring te ontstaan wat werd bedoeld. Vandaar dat de Vereniging van Nederlandse Emailleurs (VNE) heeft besloten om voortaan het woord ‘emaille’ te gebruiken.
Emaille zoals ik het gebruik bestaat uit glaspoeder dat ik bij temperaturen van 700-1000 graden Celsius op platen van koper brand. Ik gebruik daarvoor een speciale oven. Andere emailleurs branden ook wel met zogeheten open vlam, dus niet in een oven. Er bestaat ook vloeibaar industrieel emaille, dat op een lagere temperatuur kan worden verwerkt. Tot nu toe heb ik daar niet mee gewerkt.
Emaillepoeder bestaat in heel veel verschillende kleuren en samenstellingen. Ook is er verschil in grofheid van het poeder. Er zijn twee te onderscheiden soorten: opaak en transparant email. Opaak email is dekkend: door de kleur kun je de onderlaag niet meer zien. Bij transparant email schemert de onderlaag er wel doorheen, en kun je ook vaak de opbouw van het werk in de verschillende lagen zien. Ik gebruik zelf vooral transparante emailles omdat ik die het beste bij mijn werken vind passen.
Een werk in transparante emaille wordt laag voor laag opgebouwd. Eerst wordt een volledig transparante kleurloze laag aangebracht, en daarna wordt de voorstelling opgebouwd. Eerst de donkere kleuren die een hogere temperatuur nodig hebben om goed te smelten, daarna de kleuren die met minder hoge temperatuur moeten worden gebrand omdat zij anders verbranden. Een werk kan soms wel uit tien verschillende lagen worden opgebouwd, en moet dan ook tien keer in de oven worden geschoven en er weer uit gehaald.
In de emaillelaag kunnen accenten of contouren worden aangebracht met zilver- of koperdraad. Ook kan er zilver- of goudfolie in worden verwerkt. Daarnaast kan ook de koperen onderlaag worden bewerkt, hol of bol worden geslagen, met zuur worden uitgebeten of uitgefreesd. Kunstenaars die sieraden maken passen veel van deze technieken toe, en zij werken veelal met zilver. Ikzelf maak geen sieraden en ik gebruik relatief eenvoudige technieken, omdat ik die voor mijn ontwerpen het meest passend vind.
De combinatie van een stenen beeld met emaille is voor zover ik weet uniek. Ik heb bijvoorbeeld de volgende toepassingen gebruikt:
* Het emaille als zelfstandig onderwerp/‘beeld’ ingewerkt in stenen achtergrond (1).
* Als bekleding om het beeld heen. In het beeld van de First Nation American vertelt de bekleding een eigen verhaal, samenhangend met het beeld (2, 3). Maar ik heb ook beelden als het ware ‘aangekleed’ met emaille (4, 5).
* Zelfstandige emaille objecten als onderdeel van een beeld (6).
* Als (integraal onderdeel van) een relief voor het aanbrengen van kleur of accenten (7).